Baander (deur)
Laatst bijgewerkt: 05-05-2025
Definitie
Een baander is een grote, hoge inrijdeur, veelal dubbel uitgevoerd, die toegang biedt tot de bedrijfsruimte (deel, dors of dars) van een boerderij.
Omschrijving
Baanders, ook bekend onder namen als mendeur, deeldeur, niendeur, darsdeur of dorsdeur, zijn karakteristieke elementen van traditionele boerderijen. Ze werden ontworpen met voldoende hoogte en breedte om een paard-en-wagen, beladen met oogst of ander materiaal, naar binnen te kunnen rijden voor opslag of verwerking op de deel. Naast het transport van oogst vergemakkelijkten de brede deuren ook het in- en uitdrijven van vee. De deuren bevinden zich meestal in de kop- of langsgevel van de boerenschuur en bestaan doorgaans uit twee grote deurhelften. Soms is in één van de deurhelften een kleiner toegangsdeurtje ingebouwd, een zogenaamd klinket of winket, dat toegang biedt zonder de gehele baander te hoeven openen.
Regionale benamingen en constructie
De term 'baander' kent regionale varianten, zoals 'niendeur' in onder meer de Achterhoek en Twente, en 'darsdeur' bij stolpboerderijen. Een baander kan uit één deur of uit twee helften bestaan. Bij dubbele baanders in Oost-Nederland kan tussen de twee deuren een uitneembare middenstijl aanwezig zijn, de 'stiepel'. Deze stiepel, ook wel 'losse naald' genoemd, dient als aanslaglijst voor de deuren en heeft een constructieve functie. In de stiepel werd soms een stiepelteken aangebracht, vaak in de vorm van een X of zandloper. Soms staan de baanderdeuren iets teruggeplaatst in de gevel, waardoor een soort voorportaal ontstaat dat de 'baandernis' of 'onderschoer' wordt genoemd.
Vergelijkbare termen
Mendeur
Gebruikte bronnen: